JURYRAPPORT 12e Mr. J.C. Bloem Poëzieprijs
Geachte dames en heren, waarde dichters, geachte poëzieliefhebbers,
In de jaren 2023 en 2024 verschenen in ons taalgebied talloze gedichtenbundels, van nog zoekende of op slag overtuigende debuten, tot nieuw werk van gelouterde en gelauwerde dichters. We hebben geen inzage in de totale productie, maar het waren er vele honderden, verschenen bij zowel gerenommeerde als nieuwe, zowel concern-gebonden als onafhankelijke uitgeverijen in Nederland en Vlaanderen.
De prijs die ons hier opnieuw bijeenbrengt richt zich exclusief op tweede bundels. Opnieuw bleek dit een boeiend poëtisch avontuur op te leveren. Welke dichters bleken hun vakmanschap na hun debuut verder tot wasdom te hebben gebracht? En andersom, welke dichters wisten de belofte van het debuut in hun tweede bundel niet helemaal waar te maken?
De jurering was in handen van Noraly Beyer, Froukje van der Ploeg en Joost Nijsen. We kregen maar liefst 29 dichtbundels van talloze uitgeverijen die ondanks de commerciële moeilijkheidsgraad van dit genre koppig en constant doorgaan poëzie te exploiteren, waarvoor respect en hulde. Ik zeg dit vooral ook namens ons nieuwe jurylid Joost Nijsen, die als oud-uitgever nu onbevlekt het werk van zijn vroegere concurrenten mocht meelezen.
Het minst moeilijk vonden we de bepaling van een top-10, waarbij we het kaf snel en eensluidend van het koren konden scheiden.
Waarmee natuurlijk niet gezegd wil zijn dat dat ‘kaf’ de komende jaren niet alsnog tot koren kan gaan uitbloeien.
Daarna werd het moeilijker, want bij die geselecteerde tien zaten stuk voor stuk sterke bundels. Twee daarvan drongen na rijp beraad niet door tot de nagestreefde top-3, maar wisten ons wel te bekoren en te overtuigen. Vanwege die neuslengte verschil, besloten we ze hier wel eervol te vermelden: het geestige, soms satirische, beeldende en consistente Ontbindende voorwaarden van Anne Louïse van den Dool, en de hoogst eigen, dartele en taal-innovatieve bundel Lievegedicht van Joost Oomen.
Voor beiden nemen we onze hoed af, met nu al nieuwsgierigheid naar hun volgende bundels.
De drie bundels die we na even uitdagende als inspirerende overlegrondes, in verrassende harmonie tot potentiële winnaars aanwezen, hebben gemeenschappelijk dat ze rijp en klinkend dichterschap inzetten voor belangrijke, soms knellende vraagstukken. Ze dwingen de lezer niet alleen tot poëtische vervoering maar ook tot reflectie op collectieve thema’s in verleden en heden.
In Winterbloeiers verbindt Yentl van Stokkum de liefde met het heden dat onzeker is en onder meer getekend wordt door onrust over het klimaat. Niet alleen die verbinding voorkomt dat deze bundel louter maatschappelijk programmatisch is; het engagement zit ‘m ook in het intieme, waardoor de lezer zich persoonlijk betrokken voelt.
Haar poëzie, soms parlando en lyrisch in de beste betekenis van het woord, is melodieus. Haar taal, ritme en woordkeus zijn uitbundig en beeldrijk. Daardoor doet ze soms denken aan de Vijftigers, maar dan wel aan hun meest uitnodigende, speelse en toegankelijke dichters. Winterbloeiers is een bundel waarin je eindeloos blijft lezen en vaak naar terug kunt keren. Veel zinnen blijven hangen. De titels trouwens ook. Die zijn bijna gedichten op zich, zoals ‘Niemand verwacht dat de zee daadwerkelijk kan branden’ en ‘Het volgende gedicht schreef ik in een natte bikini’.
Al met al een bundel die zowel een echo vormt van deze tijd, zonder opdringerigheid, als tijdloos is en universeel. Niet verbazingwekkend dat ze met haar muzikale taal en pakkende beelden ook op het podium bekoring afdwingt.
Uitzonderlijk krachtig, veelzijdig, origineel en maatschappelijk relevant is de tweede bundel van Anne Provoost, Decem, ondertiteld ‘Ongelegenheidsgedichten voor asielverstrekkers’.
In deze gedichten, zegt de flap, veegt een vluchteling zijn ondervragers met cynische precisie de mantel uit. Provoost ontvouwt deze poëtische dialoog van een asielzoeker in tien delen, van nullus, ‘de ramp’, tot decem, ‘de heropstanding’. Zijn verweer is zo persoonlijk en overtuigend, dat de lezer zich geregeld in de arm moet knijpen: hier is toch echt de Vlaamse schrijfster Provoost aan het woord, die voor ander werk veelvuldig gelauwerd is. Dat het zo persoonlijk lijkt, en daarmee betrokkenheid bij de lezer afdwingt, is maar een van de grote kwaliteiten van deze bundel. Naarmate de bundel zich ontwikkelt, in buitengewone beheersing en hechtheid, wordt dit grote verhaal steeds indringender.
Een bundel die je deelgenoot maakt van de misère aan de poorten van Europa, en daarmee een voorname bijdrage levert aan maatschappelijke en politieke bewustwording. Provoost doet dat zonder eendimensionale grimmigheid en zonder aan humor en speelsheid in te boeten. Van regel tot regel biedt ze klinkende poëzie. Op elke pagina vloeien en stromen woordenreeksen die je zou willen citeren. Omdat we daarvoor geen tijd hebben, moet u ons beloven deze bundel aan te schaffen en eindeloos te herlezen.
Komen we op de laatste van deze drie parels, Handleiding voor ontheemden door Robin Block, eerder bekroond met de Herman de Coninckprijs 2024. Een ambitieuze, overweldigende poëtische tour de force, niet alleen een van de lijvigste bundels maar ook van een verbluffende veelzijdigheid. Voor deze bundel geldt hetzelfde als voor Anne Provoost: hier worden kwesties aangesneden die ons allen aangaan, zonder de lezer een mening op te dringen. Wel áf te dwingen. ‘Dit krabt aan de huid van de lezer tot het gaat bloeden’, schreef een criticus. Deze ‘handleiding’ is een reis in meerdere opzichten – het is zowel een reis door het moderne Indonesië, als een zoektocht naar zijn identiteit in relatie tot die van zijn voor- en grootouders. Block spaart niemand, maar hij blijft ver van belering of eenzijdige veroordeling.
‘Halfheid leidt tot niets,’ citeert Block Multatuli, ‘Half-goed is niet goed. Half-waar is niet waar.’ Niets gaat Block uit de weg, nergens verliest hij zijn bevlogenheid en taligheid. Niet alleen thematisch, ook dichtkunstig slaat hij geen nuance over. Cursief gezette woorden van oermoeder en voorvader, wisselen gedichten af waarin elk denkbaar poëtisch register wordt opengetrokken, daarmee de schrijnende historische werkelijkheid als het ware omsingelend. Tot aan onze laatste bespreking doken we in deze bundel om met nog meer parels naar boven te komen. We hielden en houden niet op hierin te lezen. In Handleiding voor ontheemden is iemand aan het woord die zijn zoektocht doorleefd heeft, letterlijk en figuurlijk een grote reis ondernam en van persoonlijke geschiedenis switcht naar onze gezamenlijke geschiedenis.
Vanwege de virtuoze poëtische prestatie, uniek in zijn soort, en vanwege zijn geslaagde poging vat te krijgen op ontheemdheid in algemene zin en ons daarin mee te nemen, besloot de jury de tweede dichtbundel van Robin Block te bekronen met de 12e J.C. Bloemprijs.